LET OP: Deze handleiding is in ontwikkeling. Geen to-market product. Op- en aanmerkingen, laat het weten.
4.1 Vloeiend lezen & Theaterlezen
Herhaald, ondersteund hardop lezen vergroot technisch lezen, begrip en motivatie .
Rollen lezen dwingt cursisten tot intonatie, frasering en aandacht voor interpunctie .
4.2 RALFI‑principes binnen Theaterlezen
Theaterlezen leunt op dezelfde pijlers als RALFI (Repeated – Assisted – Level – Feedback – Interaction) :
1. Herhaald: minstens drie leesrondes per tekst.
2. Ondersteund: modellezen, koorlezen, duo‑echo.
3. Niveau: teksten iets boven comfortniveau maar binnen interessegebied.
4. Feedback: direct, specifiek, positief.
5. Interactie: kort inhoudsgesprek, applausritueel na uitvoering.
4.3 Alfa‑Raamwerk & ERK

4.4 Micro‑PBL – functioneel taalgebruik in mini‑vorm
Micro‑Project‑Based Learning (micro‑PBL) vertaalt de principes van projectmatig, taakgericht leren naar korte, haalbare opdrachten van 5–10 minuten. Elke micro‑opdracht bouwt verder op het script en vraagt de cursist om taal in actie te brengen: luisteren, spreken, lezen én schrijven in één concrete handeling.

Waarom micro‑PBL?
• Verhoogt betrokkenheid: cursisten zien meteen nut van taal.
• Integreert vaardigheden: lezen+schrijven+spreken in één taak.
• Biedt veilig micro‑risico: klein genoeg om fouten te durven maken, groot genoeg om trots te delen.
Tips voor de docent
Kies één duidelijke output (tekening, label, route, voicemail).
Gebruik visuele steun (plattegrond, pictogram) om cognitieve last te verlagen.
Laat duo’s ideeën uitwisselen vóór uitvoering → peer‑scaffolding.
Rond af met applaus of korte demo – versterkt eigenaarschap.
4.5 TPR – Totaal Fysieke Respons
Wat is TPR? TPR is een didactische benadering waarbij de docent woorden of zinnen hardop zegt en de cursisten er direct een lichaamsbeweging aan koppelen. Denk aan “duw de kar” → cursist maakt een duwgebaar.
Waarom werkt dit voor Alfa‑cursisten?
Multi‑sensorisch: klank, beeld én beweging versterken geheugen.
Lage affectieve filter: fysiek meedoen voelt veiliger dan meteen spreken.
Concrete context: werkhandelingen (duwen, tillen, wijzen) sluiten aan bij de leefwereld.
Automatisering: herhaalde beweging koppelt woord → handeling → betekenis blijvend.
TPR‑suggesties voor in de les

Didactische tip: combineer TPR met echo‑lezen. Laat cursisten eerst de beweging doen, daarna de bijbehorende zin hardop zeggen.
4.6 Woordintro – pictokaarten, betekenis & uitspraak
Laat cursisten betekenis ↔ woordbeeld ↔ klank meteen koppelen.

Waarom werkt dit? • Visuele steun verlaagt leesa drempel. • Koorrepetitie geeft zekerheid over uitspraak. • Direct gebruik in context (stap 4) verbindt woord aan handeling.
4.7 Klankfocus – auditieve drill
Een klankdrill is een korte, ritmische oefening die cursisten helpt een doelklank (bijv. /a/) snel te herkennen en correct uit te spreken.

Duur: ± 2–3 minuten
Effect: versterkt fonemisch bewustzijn en automatiseert uitspraak van de doelklank.
4.8 Modellezen – tempo & expressie
Tijdens het modellezen laat de docent in slechts drie minuten horen hoe de dialoog moet klinken: tempo, intonatie, pauzes en emotie. Dit vormt een auditief "sjabloon" dat cursisten in de volgende leesrondes nabootsen.

Waarom werkt modellezen?
Cognitieve ontlasting – cursisten hoeven niet tegelijk te decoderen én prosodie te bedenken.
Auditief anker – een correct model helpt zelfcorrectie bij herhaald lezen.
Motivatie – expressieve voordracht maakt het verhaal levendig.
Duur: ± 3 minuten (1:30 per lees‑ronde + 30 sec. reflectie)
4.9 Koorlezen – samen één stem
Koorlezen (choral reading) laat de hele groep de tekst gelijktijdig hardop lezen. Het vaste tempo en de gedeelde verantwoordelijkheid verlagen leesangst en ondersteunen automatisering.

Waarom werkt koorlezen?
• Collectieve veiligheid: niemand valt op – focus ligt op tekst.
• Ritme: vast tempo bevordert prosodie en minder haperen.
• Auditieve feedback: cursisten horen correcte uitspraak om zich heen.
Variaties
Wave reading – rij voor rij leest verder;
Kanon – twee groepen starten één zin na elkaar voor Alfa B/C.
4.10 Duo‑ & Echo‑lezen – peer‑scaffolding op maat
Duo‑lezen laat twee cursisten om de beurt zinnen voorlezen; Echo‑lezen voegt daar een extra laag ondersteuning aan toe: de sterke lezer leest eerst, de zwakkere echoot direct dezelfde zin. Zo krijgt elke deelnemer een passend model en voldoende oefentijd.

Duur: ± 10 minuten Tip: markeer zinsgrenzen in het script met gekleurde streepjes; zo ziet de zwakkere lezer visueel wanneer hij moet starten.
Waarom werkt Duo‑/Echo‑lezen?
Scaffolding – zwakke lezers krijgen een onmiddellijk auditief voorbeeld.
Automatisering – herhaling + rolwissel verhogen snelheid en accuratesse.
Zelfvertrouwen – succesbeleving door kleine, haalbare stappen.
Sociale interactie – duo’s oefenen beurtname en luisteren in veilige setting.
4.11 Mini‑opdracht – micro‑project voor functioneel schrift
De mini‑opdracht vertaalt het verhaal naar een zichtbaar eindproduct waarbij lezen, schrijven, spreken en luisteren samenkomen in een concrete taak. Denk aan een tekening (looproute), label of meldformulier.

ICQ = Instruction Checking Question ("Wat teken je eerst?")
Voorbeeldtaken
Tekening: looproute van laadpunt naar Vak A1 (gebruik pijlen & labels start/stop).
Label: maak een sticker voor de doos Handschoenen (woorden + icoon).
Voicemail: spreek bericht in voor Lisa: "De kar staat klaar in vak B2".
Tips voor succes
Kies opdracht die direct aansluit bij scriptcontext → hoge transfer.
Beperk materiaal: A4, stift, eventueel sjabloon; zo blijft focus op taal.
Geef tijdsdruk (3–5 min.) om vaart en energie te behouden.
Gebruik TPR‑commando’s tijdens uitvoering ("Duw de kar") om dynamiek vast te houden.
4.12 Reflectie – één kernvraag, volledige zin
De reflectiefase sluit de les af met één duidelijke inhoudsvraag waarop de cursist antwoordt door een volledige, correcte zin uit of over het script te herhalen. Dit verstevigt woordvolgorde, uitspraak en begrip, terwijl het zelfvertrouwen groeit door een succeservaring.

Waarom werkt dit?
• Outputgericht: cursist produceert taal in volzin, niet enkel losse woorden.
• Focus op vorm + betekenis tegelijk: koppelt uitspraak, woordvolgorde en begrip.
• Positieve afsluiting: eindigt met succes & applaus → verhoogt motivatie voor volgende les.
4.13 Evaluatie & Portfolio – audio‑opname & checklist vloeiendheid
Regelmatige, doelgerichte evaluatie geeft zicht op groei en maakt gerichte remediëring mogelijk. Combineer korte audio‑opnames met een gestandaardiseerde checklist vloeiendheid en bewaar beide in het (digitaal) portfolio.

Checklist‑criteria
Accuratesse – < 5 fout per 100 woorden (= 4) … > 15 fout (= 1)
Tempo – ≥ 100 wpm (4) … ≤ 50 wpm (1)
Prosodie – natuurlijke intonatie & pauzes (4) … monotone lettergrepen (1)
Privacy‑tip: vraag expliciet toestemming om audio te bewaren; verwijder opnames na cursus of op verzoek.
Portfolio‑rubrieken
1. Script met docentnotities (verbeterpunten gemarkeerd).
2. Audio‑tweeluik (eerste vs. laatste opname).
3. Checklist Vloeiendheid (scan of PDF).
4. Mini‑opdracht artefact (foto/scan).
5. Zelfreflectie: cursist vult korte ‘Ik kan…’‑kaart in.
4.14 Woordenlijsten – selectie, vorm & herhaling
Woordenlijsten vormen de rode draad tussen theaterleeslessen: ze verbinden de klankfocus, het script en de mini‑opdracht met blijvende woordkennis.

Didactische onderbouwing • Ingebedde woordenschat – woorden komen terug in input (script) en output (mini‑opdracht).
• Meervoudige representatie – beeld, klank, gebaar en gebruik in zin versterken retentie.
• Spaced repetition – vaste rituelen + woordwand bevorderen langetermijngeheugen.
Activiteiten voor snelle woordherhaling (≤ 2 min.)
1. Flitsbingo – laat 4 kaarten zien; cursist noemt ontbrekende kaart.
2. Pac‑Man – docent ‘eet’ kaarten weg; groep noemt elk verdwijnd woord.
3. Dobbel‑Zin – dobbelsteen 1‑3 = ik/hij/zij + dobbelsteen 4‑6 = werkwoord; cursist vormt zin met woordkaart.
4.15 ABCD‑model voor leerdoelen
Het ABCD‑model (Audience – Behavior – Condition – Degree) is een eenvoudige sjabloon om leerdoelen specifiek, observeerbaar en toetsbaar te maken. Gebruik het om de globale ERK‑ of Alfa‑doelen om te zetten naar heldere, meetbare lesdoelen.

Volledige doelzin (ABCD) "De Alfa‑A cursist (A) leest een dialoog van 70 woorden en zet de kar op de juiste plek (B) met pictokaarten en na één keer modellezen (C) in minder dan twee minuten en met maximaal vijf uitspraakfouten (D)."
Snelle checklist voor het formuleren van doelen
1. Concrete actie‑werkwoorden (leest, tekent, benoemt i.p.v. kent, begrijpt).
2. Specificeer ondersteuning (met woordkaarten, na koorlezen).
3. Meetbaar criterium (≤ 2 min., 80 % correct).
4. Eén doel per vaardigheid – maak aparte doelen voor lezen en schrijven indien nodig.
Voorbeeld‑doelen per niveau
Niveau | Doel (ABCD) |
Alfa A | "De cursist tekent (B) een eenvoudige looproute van laadpunt naar vak A1 na het lezen van het script (C) met correcte pijlen en de labels start/stop (D)." |
Alfa B | "De cursist vult een voorraadlabel in (B) met behulp van voorbeeldkaart en woordenlijst (C) foutloos (D)." |
Alfa C / A1 | "De cursist belt een collega en geeft een werkgerelateerde boodschap (B) zonder scriptsteun (C) in 4 zinnen met passende begroeting en afsluiting (D)." |
Gebruik deze voorbeelden als sjabloon voor je eigen lessen; plaats ze in je lesplan boven de activiteiten zodat cursisten precies weten wat er van hen verwacht wordt en hoe succes eruitziet.
3.16 VUT‑model – Vooruitkijken, Uitvoeren, Terugkijken
Het VUT‑model verdeelt een leeractiviteit in drie herkenbare fases – Vooruitkijken (plannen), Uitvoeren (handelen) en Terugkijken (reflecteren). Deze driedeling helpt Alfa‑cursisten om hun leerproces bewust te ervaren en geeft de docent een helder ritme voor sturing en feedback.

Waarom werkt VUT?
• Transparantie – cursist ziet begin, midden en eind van de taak.
• Metacognitie – stimuleert zelfinschatting en doelgerichte verbetering.
• Eenvoud – drie letters zijn gemakkelijk te onthouden en koppelen aan lesrituelen (doelkaart → uitvoering → applaus + reflectie).
Tip voor de docent – Maak drie gekleurde kaartjes (groen = V, blauw = U, oranje = T) en laat cursisten ze tonen bij elke fase. Zo visualiseer je het lesritme en houd je de klas gefocust.